Een plein vol folklore. Van de Gentse Feesten in de zomer, tot de wekelijkse brocantemarkt. Er is altijd leven in de brouwerij. In het weekend een echte trekpleister voor liefhebbers van snuisterijen. En vanaf midden juli het epicentrum van Feest met de grote F. Het moederpodium van de Gentse Feesten aan de Sint-Jacobskerk doet de hele binnenstad daveren! De Gentse Feesten Bij Sint-Jacobs, het volkse plein rond de statige Sint-Jacobskerk, is al tientallen jaren hét middelpunt van de Gentse Feesten. Hier, bij Café Trefpunt, werden de feesten in 1969 onder impuls van volkszanger Walter De Buck nieuw leven ingeblazen. Het was de wedergeboorte van een oude Gentse traditie. Wat begon als een klein kunstenaarsgelag rond Sint-Jacobs werd met de steun van het stadsbestuur uitgebouwd tot een evenement dat de hele Gentse binnenstad vult. Het tien dagen durende non-stopfeest vol folklore, straat- en poppentheater en muziekoptredens groeide inmiddels uit tot één van de grootste volksfeesten van Europa! Voor en na de Gentse Feesten is de volkse sfeer nooit helemaal weg op Bij Sint-Jacobs. Want elke vrijdag-, zaterdag- én zondagmorgen wordt het levendige plein opnieuw ingepalmd. Door snuisterijen, prullaria, kleine stukken antiek en oude rommel. De brocantemarkt is een vaste waarde. En de markt is zó verankerd dat er zich in de straten rondom de romaanse kerk van Sint-Jacob – naast de gerenommeerde antiekgalerie St-John – verschillende snuffel- en curiositeitenwinkeltjes genesteld hebben. Bij Sint-Jacobs is echt dé place to be voor verzamelaars! In het midden van het plein staat de stoere Sint-Jacobskerk. De ruwe, romaanse burcht van God. De statige bouwstijl uit de 12de eeuw is misschien wel de reden waarom de oude kerk er nog staat. Want ze heeft zware verwoestingen en een Beeldenstorm overleefd. Ze is beschadigd, gehavend en telkens terug hersteld, verbouwd en uitgebreid. Hierdoor is er ook een interessante mengeling aan stijlen ontstaan. Romaans met stukken gotiek en barok. Het is een oprecht merkwaardig stuk religieuze architectuur.

Voor een mooie wandeling of picknick een beetje buiten de drukke straten en pleinen van het centrum van Athene kun je naar de Philopappos heuvel gaan. Het biedt een geweldig uitzicht over de stad en misschien wel het beste uitzicht op de Akropolis, net ver genoeg om alles te omarmen en tegelijkertijd de toeristenmassa te vermijden en dichtbij genoeg om de schoonheid van de architectuur te zien.

Eeuwenlang heeft de familie Statti op hetzelfde wijnbouwland gewoond en heeft ze een diepgaand, historisch begrip van de wijngaarden in het hart van Calabrië bevorderd. Dompel jezelf onder in hun nalatenschap door een privérondleiding door de wijngaard te boeken, over het prachtige landgoed te wandelen en te genieten van de geneugten van olijfolie en wijnproeverijen.

Tropea is een klein stadje aan de oostkust van Calabrië, op 64 km van Lamezia. Het staat bekend om zijn witte stranden die tot aan Capo Vaticano lopen, het historische centrum op een klif en de gewaardeerde rode uien. De stad zelf is heel pittoresk en romantisch met kronkelende straatjes en prachtige kleine pleinen. Opmerkelijk is de Tropea-kathedraal, die in de 12e eeuw door de Noormannen werd gebouwd in opvallende gele lavasteen en waarin een interessant zwart kruisbeeld, twee niet-ontplofte bommen uit de Tweede Wereldoorlog en een schilderij van de donkergekleurde Madonna van Roemenië zijn ondergebracht. Vanwege een aantal wonderen hebben de inwoners van Tropea de Maagd Maria van Roemenië uitgeroepen tot beschermheilige van het dorp.