Hoge bergen en diepe valleien omlijsten Valldemossa, het dorp waar in 1838 de eerste twee “beroemde toeristen” van het eiland woonden, componist Frederic Chopin en auteur George Sand. Als je eenmaal hier bent, moet je zeker een bezoek brengen aan de belangrijkste attractie van het dorp: het kartuizerklooster van Valldemossa. Het is oorspronkelijk gebouwd als koninklijk paleis in 1309 en later omgebouwd tot een klooster van de kartuizerorde. Het kartuizerklooster van Valldemossa is een indrukwekkend complex met een paleis, een kerk, een oude apotheek, een kunstcollectie van enkele van de grootste moderne Spaanse en lokale kunstenaars en de cellen waar de monniken 400 jaar leefden om rust en vrede te vinden. Elke cel heeft een eigen uitgang naar het tuinterras met bloeiende magnolia's en een prachtig uitzicht over de vallei.

De stad Grand Case heeft de status van gastronomische hoofdstad van Saint-Martin gekregen. Een aantal restaurants van wereldklasse bevinden zich in traditionele hutten en in het dorp staan de laatst overgebleven hokken. In januari vindt een Caribisch jazzfestival met bands en orkesten plaats.

De hoofdstad van Sint Maarten is het centrale punt om te winkelen en de lokale culturele scene te bezoeken. Verscholen in het zuidoostelijke deel van het eiland tussen Great Bay en Great Salt Pond (vroeger bekend als Grote Zoutpan), is de stad al sinds de 17e eeuw een belangrijk commercieel centrum voor het eiland.

Visnetten glinsteren fel in mediterraan blauw terwijl ze op de kade liggen te drogen. Achter de netten kun je het beursgebouw, La Lonja, zien dat dateert uit 1388. Op deze plek, waar de lokale bevolking nu van hun koffie nipt, werd in de middeleeuwen het grootste deel van de handel in het Middellandse Zeegebied bedreven. De hoofdstad van het eiland is een bruisende stad. Het verrast en maakt altijd indruk op iedereen die het bezoekt.